In 1949 publiceerde Simone de Beauvoir haar baanbrekende boek ‘De tweede sekse’ dat met name vanaf de jaren zestig een belangrijke inspiratiebron zou worden voor de Tweede feministische golf. Wat blijft er nu, 64 jaar later, nog over van dit boek?
Om met een een open deur te beginnen: een boek van 64 jaar oud is vanzelfsprekend op bepaalde punten achterhaald. De maatschappij is inmiddels veranderd – niet in het minst omdat gedurende de afgelopen decennia natuurlijk heel veel vooruitgang is geboekt op het gebied van vrouwenrechten. Verder blijkt de gedateerdheid van De tweede sekse bijvoorbeeld uit het gegeven dat De Beauvoir – ook al is ze het lang niet altijd eens met de beoefenaren van deze discipline – zoiets als psychoanalyse nog serieus neemt.
Daarbij is het overigens opvallend hoe bizar weinig de wetenschappelijke wereld toen afwist van toch tamelijk banale zaken als menselijke seksuele activiteit en, specifiek, orgasmes. Zo merkt De Beauvoir, in navolging van Freud, op:
[De vrouw] moet overgaan van clitoraal op vaginaal genot. […] ze loopt dus meer risico haar seksuele ontwikkeling niet te voltooien en in een infantiel stadium te blijven steken en daardoor weer neurosen te ontwikkelen. (p. 64)
Clitorale stimulatie wordt zo afgedaan als iets kinderlijks en infantiels dat bovendien tot psychische stoornissen kan leiden. Dat lijkt mij toch niet helemaal te kloppen.
Ook heeft de Beauvoir de neiging om literatuur als spiegel van de werkelijkheid te gebruiken, waarbij (vrouwelijke) romanfiguren worden aangehaald om de positie van de vrouw in de realiteit te illustreren. Daar zijn in mijn optiek nog wel eens vraagtekens bij te plaatsen. Tenslotte is De tweede sekse erg lang: maar liefst 831 pagina’s in de Nederlandse vertaling. Een gevolg hiervan is dat niet alle secties van het boek even sterk zijn.
Abortus en God
Daar staat tegenover dat De Beauvoir zo nu en dan nog heel precies de spijker op de kop kan slaan. Haar discussie over abortus en voorbehoedsmiddelen is bijvoorbeeld nog altijd relevant voor een land als de VS, waar de tegenstanders van deze praktijken, zoals De Beauvoir opmerkt, enkel interesse in het ‘welzijn’ van kinderen tonen tot aan het moment van geboorte. Wat daarna gebeurt zal deze zelfbenoemde moralisten een rotzorg zijn.
Lees verder →