Categorie archief: Media

Pauze

Sinds 2012 schreef ik al stukjes voor Sargasso. Omdat die dingen soms zo gaan, werd ik vorige week hoofdredacteur van een van de oudste weblogs van Nederland.

Zodoende heeft het weinig zin, vond ik, om ook nog een eigen blog bij te houden. All out of Bubblegum gaat dus op pauze.

Maar uiteraard kunnen jullie mijn stukjes gewoon blijven lezen. Indien niet op de voorpagina van Sargasso, dan wel in de categorie Waan van de dag.

En voor de rest zien we wel wat er gebeurt.

Israëlische speler Vitesse mag VAE niet in – kritiek, hypocrisie niet van de lucht

Voetbalclub Vitesse wilde afreizen naar de Verenigde Arabische Emiraten om een oefentoernooi te spelen, maar verdediger Dan Mori mocht – zo bleek op het laatste moment – niet mee omdat de VAE Israël niet erkent.

Toen Vitesse toch ging, was de kritiek niet mals:

De PVV, de VVD en het CDA reageerden zondag kritisch op de beslissing van Vitesse om toch af te reizen naar de Verenigde Arabische Emiraten.

De PVV heeft kamervragen gesteld over de kwestie.

Ik vind die kritiek terecht. Net als – in principe – de reactie van de Israëlische ambassade:

”Dusdanige discriminatie in de sport is toch triest, terwijl juist sport boven politiek moet staan, nog afgezien van het ‘buitenspel’ zetten van één van de spelers”, verklaart de ambassade in een statement. […]

“Het is erg jammer dat de voetbalclub uit Arnhem heeft gehandeld in strijd met de basisprincipes van de internationale sport, zoals non-discriminatie, moraliteit en sportmanschap.”

Ook het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) en Federatief Joods Nederland vonden dat Vitesse uit protest thuis had moeten blijven.

Maar wat ik dan wel opvallend vindt is dat je hier dus nooit iemand over hoort:

The Palestinian Football Federation faces problems in training and playing due to the Israel-Palestinian conflict.

Because of travel restrictions placed by Israel upon people in the West Bank and Gaza Strip and the difficulty in obtaining an exit visa from Israel, many players in the team are drawn from the Palestinian diaspora, from as far away as Chile and the United States. Recently, Israel’s refusal to issue exit visas has resulted in players, or in some case the entire team, being unable to represent the country. In November 2006 (the last match of 2007 AFC Asian Cup qualification group stage is scheduled), all players based inside the West Bank and Gaza Strip were denied exit visas. The AFC cancelled the match since both teams had been eliminated from the competition by virtue of their previous results against China and Iraq. […]

In October 2007, the second leg of a crucial 2010 World Cup qualifier between Palestine and Singapore was not played due to Palestine’s inability to obtain exit visas. The AFC and FIFA decided not to reschedule the match despite protests from the PFA, and Singapore was awarded a 3–0 win in a walkover match. In May 2008, the team was not allowed to travel to the 2008 AFC Challenge Cup. After a 2011 World Cup qualifier against Thailand, two starters, Mohammed Samara and Majed Abusidu, were refused entry to the West Bank and therefore could not travel back with the team from Thailand.

En waarom is dit dan niet ‘triest’ en ‘in strijd met de basisprincipes van de internationale sport, zoals non-discriminatie, moraliteit en sportmanschap.’? Dat zou ik iemand van de Israëlische ambassade wel eens willen horen uitleggen.

Maar wat eigenlijk nog veel ernstiger is dan deze stuitende hypocrisie van een Israëlische persvoorlichter, is de eenzijdige reactie van zowel sommige Nederlandse politieke partijen als de vaderlandse pers.

Toegegeven, wat de VAE doet, deugt van geen kant en daar mag dan ook best over worden bericht. Maar dan wil ik het ook horen als Israël iets flikt wat op zijn minst vergelijkbaar, zo niet veel erger is.

Uit het oogpunt van evenwichtigheid is dat toch wel het minste waar je als kritische nieuwsconsument op zou moeten kunnen rekenen.

NRC Next heeft moeite met factchecken

Lees het droeve verhaal hier.

Als huizenkoper word je KEIHARD gepakt – of toch niet?

Een bericht in Trouw:

Maximale hypotheek opnieuw fors omlaag

Het maximale bedrag dat iemand mag lenen voor een huis gaat volgend jaar opnieuw fors omlaag. Voor hoge inkomens gaat het om tienduizenden euro’s, blijkt uit nieuwe normen van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Dat schrijft Het Financieele Dagblad.

Het Nibud zelf:

In 2014 zijn de financieringslastpercentages voor hypotheken in de meeste gevallen gelijk aan die in 2013.

Blijkbaar vinden ze bij Trouw en het FD hypotheekbeperkingen maar onzin. Want hoe anders moeten de huizenprijzen weer omhoog?

Kortom: de medialobby voor de huizenmarkt heeft opnieuw zijn slag geslagen.

En weer een nutteloze column

Deze keer van Hans Goslinga in Trouw:

Je nek uitsteken is gevaarlijk en maakt je kwetsbaar. In dat perspectief moet Rutte eerder worden geprezen dan verguisd voor zijn moed een impopulair beleid te voeren. Daarbij houdt hij nog redelijk het midden tussen degenen die vinden dat hij te veel bezuinigt en anderen, waaronder de Raad van State, die menen dat het mes nog niet diep genoeg in de overheidsuitgaven gaat.

Geen woord over de daadwerkelijke effectiviteit van Rutte’s ‘impopulaire beleid.’ Maar omdat het ‘nog redelijk het midden houdt’ moet er als vanzelf wel iets inzitten, nietwaar?

Die vervelende kiezers ook, die ‘onmiddellijk’ resultaten eisen (vijf jaar na het uitbreken van de crisis)…

NOS-journaal laat zich gebruiken en houdt kijkers voor de gek

Juichend bericht van afgelopen vrijdag: meer woningen verkocht in juli! + item in het acht-uurjournaal.

Lees hier hoe het echt zit:

Vorig jaar juli zou de overdrachtsbelasting weer worden verhoogd van 2% naar 6%, zodat het kadaster het in juni erg druk had – en in juli erg rustig.

Iemand vond het blijkbaar tijd worden voor optimisme…

Waarom sportjournalistiek superieur is

Sportjournalisten beschikken – in tegenstelling tot hun collega’s die over ‘serieuze’ onderwerpen schrijven – over zelfinzicht.

Smachten naar Pinochet

De opiniepagina van The Wall Street Journal in een notendop:

Egyptians would be lucky if their new ruling generals turn out to be in the mold of Chile’s Augusto Pinochet, who took power amid chaos but hired free-market reformers and midwifed a transition to democracy.

Goed, Pinochet vermoordde dan wel drieduizend politieke tegenstanders (en martelde er nog eens tienduizenden meer), maar hij was voor kapitalisme en de vrije markt. En dat is natuurlijk waar het écht om draait.

En dat Pinochet een overgang naar democratie daadwerkelijk zag zitten, is natuurlijk ook al niet waar.

Terrorisme of industriële veiligheid? Terrorisme wint!

Vrijwel tegelijkertijd met de terroristische aanslag op de marathon van Boston, vond een grote explosie plaats in een kunstmestfabriek in het plaatsje West, Texas. Hoewel daarbij méér doden vielen dan in Boston, besteedden de Amerikaanse media maar weinig aandacht aan deze zaak. Was dat terecht of niet?

Het nieuws uit de VS werd de afgelopen tijd gedomineerd door de aanslag in Boston. Mede hierdoor werd relatief weinig aandacht besteed aan de explosie in een kunstmestfabriek in het plaatsje West in de staat Texas, waarbij vijftien doden vielen (vijf keer zo veel als in Boston), 160 mensen gewond raakten en meer dan 150 gebouwen werden verwoest.

Het verschil in media-aandacht is niet onbegrijpelijk: doelbewuste moord is natuurlijk een opvallender gegeven dan een ongeluk. Bovendien past een grootschalig industrieel ongeluk minder goed in een keurig, gemakkelijk te begrijpen verhaal: er zijn immers geen overduidelijke duidelijke schurken en helden. Tenslotte valt niet uit te sluiten dat ook klassenverschillen een rol speelden: zowel journalisten als (betalende) nieuwsconsumenten zullen zich sneller identificeren met middle class bezoekers van een sportwedstrijd dan met de hele of halve hilbillies die noodgedwongen direct naast een kunstmestfabriek moeten wonen.

De relatieve onzichtbaarheid van industriële en werkgerelateerde ongelukken in, met name, de Amerikaanse media is echter niet zonder gevolgen:

This decline in coverage [of workplace safety] has created an environment in which companies may feel as if they can get away with massive safety violations because they will face little scrutiny from the media and the public. For instance, in 2010, an explosion at the Upper Big Branch Mine in West Virginia killed 29 miners. In the year leading up to the explosion, according to the Pittsburgh Post-Gazette, the mine was cited 458 times for safety violations, with 50 of those violations being “for willful or gross negligence”— a rate nearly five times the national average for a single mine. But after the disaster, this information and the story of the mine disaster vanished from the national discourse, and new mine safety legislation failed to pass even a Democratic-controlled House of Representatives.

Ook in de kunstmestfabriek in West was niet alles zoals het hoorde:

The plant had 1,350 times the legally allowed amount of highly explosive ammonium nitrate, yet hadn’t informed the Department of Homeland Security of the danger. Likewise, the fertilizer plant did not have sprinklers, shut-off valves, fire alarms or legally required blast walls, all of which could have prevented the catastrophic damage done. And there was little chance that regulators would learn about the problems without the company reporting them: Not only had the Occupational Safety and Health Administration not inspected the plant since 1985 but also, because of underfunding, OSHA can inspect plants like the one in West on average only once every 129 years.

Het gevolg van dergelijke laksheid? In 2011 stierven 4.609 Amerikanen door werkgerelateerde ongevallen, ofwel 3,5 doden per 100.000 werknemers. Ter vergelijking (ervan uitgaande dat de gebruikte meetmethoden grotendeels vergelijkbaar zijn): in Nederland vallen 1,6 doden per 100.000 werknemers, minder dan de helft van het Amerikaanse cijfer.

Maar daar staat dan weer tegenover dat men in de VS – dankzij een stevig geloof in het vrije ondernemerschap en een kleine overheid – veel vrijer is dan hier. En die vrijheid mag natuurlijk best wat kosten.

Dijsselbloem, de media en de ideologie van het grootkapitaal

De initiële berichtgeving rondom de uitspraken van Jeroen Dijsselbloem onthult hoezeer ons denken wordt bepaald door de belangen van de economische elite.

De ‘affaire Dijsselbloem’ deed afgelopen week veel stof opwaaien. Minister Jeroen Dijsselbloem, in zijn capaciteit als voorzitter van de Eurogroep, had immers gewaagd te verkondigen dat doorsnee belastingbetalers niet langer automatisch worden aangeslagen om houders van grote, onverzekerde deposito’s bij omvallende banken te ontzien. Zeg maar hoe het systeem nominaal hoort te werken.

Met name in de Angelsaksische media was de reactie fel: Dijsselbloem kon het beste zo snel mogelijk wegens incompetentie worden ontslagen. Maar ook Nederlandse financiële ‘goeroes’ spraken schande van de notie dat renderend kapitaal niet onder alle omstandigheden op een bail out van de belastingbetaler kan rekenen (die in het eventuele rendement van de getroffen deposito’s natuurlijk nooit zou meedelen). En hoewel later in de week positievere geluiden over Dijsselbloems uitspraken vielen te beluisteren, waren de eerste reacties toch overweldigend negatief.

En zo – afgaande van de berichtgeving in de Nederlandse pers – waren we er met zijn allen toch een paar dagen van overtuigd dat het de taak van de weldenkende burger is om de financiële verliezen van kapitalisten (want dat bén je wanneer je inkomsten genereert met behulp van je kapitaal) op zich te nemen.

Deze in feite bizarre situatie illustreert op treffende wijze het punt dat econoom John Wisman hier (pdf) in algemenere zin maakt:

Once control of the state was in principle democratized by the ballot box, the fortunes of the elite came to depend solely upon controlling ideology.

Zo bestaan in de VS tientallen door rijke conservatieven gefinancierde think tanks (waarvan The American Enterprise Institute de bekendste is) die uitsluitend bestaan om rechtse stokpaardjes aan de man te brengen. Hoewel dit soort instituten in Nederland niet of nauwelijks bestaat, is dat geen enkel probleem. De verheerlijking van ‘limited government’, ‘low taxes’ en ‘private enterprise’ is immers ook hier behoorlijk succesvol gebleken. Net als de gedachte dat bijstandontvangers in een soort luilekkerland leven en dat linkse politici – waaronder dus ook Dijsselbloem – naïeve lichtgewichten zijn.

De belangrijkste manier om de dominantie van dit soort voor de haves gunstige ideeën te verzekeren is door rechts gelijk te stellen aan ‘serieus’ en ‘realistisch’ en links aan ‘frivool’ en ‘luchtfietserij’. Op deze manier werd bijvoorbeeld tien jaar geleden het publiek in de VS rijp gemaakt voor de Irakoorlog: alle Very Serious People waren immers vóór en alleen de naïeve hippies waren tegen.

De afgelopen jaren hebben we precies hetzelfde gezien in de omgang met de financiële crisis. Hoewel ‘bezuinigen om het vertrouwen te herstellen’ inmiddels zelfs door het IMF is afgeschreven, hebben de ‘realisten’ van de VVD hun irrationele obsessie met het begrotingstekort nog steeds niet opgegeven. En nu enkele voormalige VVD-prominenten als Wiegel, Nijpels en Bolkestein (in navolging van Johan Witteveen) ten langen leste de heiligheid van de drie-procentsnorm ter discussie durven stellen, wordt het drietal door PowNed vervolgens vakkundig afgeserveerd als irrelevante ‘oudjes’.

Want de hippies mogen nooit gelijk krijgen. Dat zou immers kunnen betekenen – om John Wisman nogmaals te citeren (pdf) – dat de staat, net als in de naoorlogse decennia, weer het instrument wordt ‘that could limit or even potentially end, the extraction of workers’ surplus [by the elites].’ En dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.